dinsdag 23 februari 2016

opdracht #3; Het onderwijs in de toekomst en de toekomst van onderwijs.

Introductie
Staan er over 25 jaar computers en robots voor de klas of leert iedereen alleen nog maar thuis vanachter zijn computer? 
En hoe ziet het er uit voor mij als biologiedocente? Geen uitstapjes meer naar het bos, ‘ontleden’ vanachter je laptop en leren door enkel naar een Smartboard te kijken? 


Laten we hopen van niet! Maar hoe zit het eigenlijk met die ontwikkelingen in het onderwijs? 



Voor mijn master Educatie ben ik begonnen aan masterstage 1, het kennismaken met het onderwijs en voor de klas staan. Tot nu toe bevalt het me prima maar jeetje, wat is er veel veranderd in het onderwijs de laatste jaren! Leerlingen zijn helemaal gewend aan de online studiewijzer, docenten geven ‘colleges’ inclusief powerpoint en even iets op het bord schrijven is er niet meer bij.


Een onderwerp dus dat niet alleen interessant is voor ouders en/of leerlingen, maar ook zeker voor (aankomend) docenten! Voor deze opdracht schrijven we een blog die voortborduurt op de discussies en veranderingen die al gaande zijn. Goed, dat doe ik wel even. Dacht ik. Maar dit viel nog niet mee. Want de vraag die ik net al stelde ‘hoe zit het met de ontwikkelingen in het onderwijs?’ kan ik voor mezelf niet eens beantwoorden, dus daar moest ik eerst maar eens achteraan voor ik mijn mening überhaupt zou kunnen geven óver deze veranderingen.

Om informatie te verzamelen over dit onderwerp ben ik andere blogs, sites, filmpjes en artikelen gaan lezen en bekijken. Tjongejonge, wat zijn er veel mensen die een mening hebben over het onderwijs van de toekomst en wat kunnen die meningen ver uiteen liggen.

Technologie in het onderwijs
Maurice de Hond bijvoorbeeld, oprichter van de Steve Jobs scholen (basisonderwijs met behulp van tablets), is een groot voorstander van de verandering naar meer technologie in het onderwijs.

En ‘zijn manier’ van veranderingen in het onderwijs lijken hun vruchten af te werpen. Zoals begin deze maand al te lezen was. 
Een docent die al een aantal jaren bezig is met het toepassen van meer technologie in het onderwijs, Jelmer Evers, zegt er het volgende over:

‘Onderwijs blijft mensenwerk en dat betekent vanuit de onderlinge relatie werken. Technologie heeft een plek, maar wordt te groot neergezet. Dat is de norm buiten het onderwijs. Het onderwijs moet er inderdaad flexibeler uitzien, maar niet zo dat docenten niet meer nodig zijn. Dat zou een verschraling van het onderwijs zijn. Leerlingen vinden nu ook dat ik een meerwaarde ben. Mensen die vinden dat docenten niet meer nodig zijn verkondigen klinkklare onzin.’ 

Hij probeert op een vernieuwende manier les te geven, met gebruik van technologie. Hierbij staat de leerling centraal en minder de sturing van de docent. ICT is daarbij een makkelijk middel maar moet niet centraal staan vind hij. Het gebruik van technologie geeft hem meer tijd om extra aandacht te geven aan leerlingen die het nodig hebben. Hij kan zich ook voorstellen dat wat Maurice de Hond als toekomstbeeld heeft een goede manier kan zijn om onderwijs te geven, maar dan moet er nog wel veel veranderen.

Maar niet iedereen is het daar helemaal mee eens, dit blijkt wel uit de collumn die twee weken geleden is geplaatst door Aleid Truijens ‘Beste Maurice, onderwijsdient niet alleen de markt’.

Vooral de zin waar ze haar collumn mee afsluit vind ik nu al erg belangrijk voor de ontwikkeling van onderwijs: “Bied kinderen de werktuigen waarmee ze de wereld leren begrijpen, waarmee ze deze en alle werelden aankunnen - dan ontdekken ze zelf wel wat relevant is.
Er moeten dus wel degelijk veranderingen in het onderwijs komen want het moet op iedereen individueel aangepast kunnen worden, afhankelijk van de interesses die mensen hebben of het doel dat ze zich zelf hebben gesteld. Niet alleen het klaarstomen voor de economie.

Niet verplicht iets kiezen waar je iets aan hebt dus, maar gewoon iets wat je leuk vind en in verder zou willen. Zelf ben ik daar een mooi voorbeeld van. ‘Biologie studeren? Wat heb je dáár nou weer aan later?’ is een vraag die ik geregeld te horen heb gekregen. Vaak was het antwoord op deze vraag ook ‘geen idee, maar ik vind het een onwijs leuke studie. Mocht ik er niets aan hebben dan zie ik het dan wel weer maar werken moet ik nog lang genoeg en dan doe ik liever iets wat ik leuk vind.’ Iets wat volgens Maurice de Hond blijkbaar absoluut niet de bedoeling is van onderwijs.

Wat willen we in het onderwijs?
Langzaam begin ik een mening te vormen over de ontwikkelingen in het onderwijs. Helemaal omslaan naar volledig technologie-gestuurd onderwijs lijkt me niets, ik heb er eigenlijk al iets op tegen om van alles ‘verplicht’ op Twitter of op een blog te plaatsen, laat staan dat ik straks voor de klas niet eens meer door een boek zou kunnen bladeren. 
Alleen dat Smartboard, dat lijkt me niets hoor!
Maar dat er dingen gaan veranderen, dat staat vast! En stiekem begrijp ik dat ook wel, want niet alleen de technologie is constant in verandering maar ook het onderwijs veranderde in het verleden natuurlijk voortdurend. Dat is altijd al zo geweest en zal ook zeker in de toekomst, nu het internet steeds belangrijker begint te worden, niet minder worden. Waar leraren vroeger nog puur kennis overbrachten op leerlingen, die dat simpelweg hoefden te reproduceren, heeft de docent tegenwoordig een heel andere taak.



Door leerlingen steeds zelfstandiger te laten werken en iedere individuele leerling de aandacht te geven die hij nodig heeft is er al een boel veranderd. En toch, blijkt na onderzoek van de overheid, vind 51% van de jongeren het huidige onderwijs niet meer van deze tijd. Vaak omdat technologie en het internet een steeds grotere rol zijn gaan spelen. 

#onderwijs2032
Er is dus al veel veranderd en deze veranderingen gaan door, als het aan de overheid ligt.
Want in 2014 heeft veel onderzoek geleid tot de start van de campagne #onderwijs2032 waarbij iedereen die dat wil tot eind 2016 mag meedenken over hoe het onderwijs er in 2032 uit moet zien. Er wordt veel aandacht gegeven aan deze ontwikkeling en er zijn dus (blijkbaar?) al een aantal gerichte stappen gezet in de verandering van het onderwijs. Zoals ze onderandere laten zien in een interactief filmpje wat uitleg geeft over de tot standkoming vna dit #onderwijs 32.

Maar wat gaat er allemaal veranderen de komende jaren en hoe ziet dat er voor mij uit, als biologiedocente?



Dit klinkt al heel anders, iets minder extreem misschien, dan waar Maurice de Hond steeds over schrijft. Onderwijs voor de 21e eeuw is dus niet alleen ‘meer technologie, minder docent’. Het onderwijs in de toekomst moet ook juist in het teken staan van de individuele leerling. Iets wat natuurlijk een heel goede ontwikkeling is.

Hoe Jelmer Evers op dit moment al les geeft zou een mooie manier kunnen zijn voor leerlingen om zich individueel te ontwikkelen. Leerlingen die makkelijk door alle lesstof heen vliegen kunnen op deze manier wat extra uitdaging krijgen (en hoeveel makkelijker kan dit met behulp van technologie en internet!) maar ook leerlingen die iets meer hulp nodig hebben kunnen deze aandacht zo dus ook nog krijgen. Doordat leerlingen zelfstandiger bezig kunnen door de flipped-classroom bijvoorbeeld, met uitleg op internet en een docent die daardoor tijd overhoud, kunnen andere leerlingen wat extra aandacht krijgen. Een ontwikkeling die in mijn ogen toch weinig echte tegenstanders kan hebben.  
Volgens de overheid is dit onderwijs opgedeeld in drie onderdelen: kennisontwikkeling, maatschappelijke vorming en persoonsvorming, onderverdeeld in de verschillende domeinen zoals op de afbeelding te zien is.


Hoe zie ik de toekomst dan voor me?
Door mijn stage ben ik er al wel achter; waar ik over praat als 'toekomst' is eigenlijk al bezig. Vergeleken met mijn jaren in het voortgezet onderwijs is er al zo veel veranderd. Smartboards, filmpjes, internet; leerlingen kunnen zich er tegenwoordig beter in vinden dan de meeste docenten. Wat ik hoop voor over 1.5 jaar is dat technologie een belangrijke rol kan spelen in de ondersteuning van de leerlingen, docenten en ouders. 

Niet alleen kan de vooruitgang van een leerling door technologie makkelijkere gevolgd worden door docent en ouders, maar ook het aanbieden van lessen kan beter afgestemd worden op individuele leerlingen. Wat zou het gaaf zijn als leerlingen bijvoorbeeld de botten in het lichaam moeten leren en iedereen dat op internet op zijn eigen manier kan doen. Mieke houd van paarden, en kan op internet een 3D afbeelding gebruiken van een ruiter op een paard, Wouter houd van voetbal en bekijkt daarom de botten van een voetballer. Een stuk leuker dan dat saaie model dat in het boek staat kan ik me zo voorstellen!

En die digitale leeromgeving is er al voor een groot deel. Studiewijzers, oefeningen extra stof hebben leerlingen met hun smartphone tegenwoordig zo bij de hand.
Mijn stage coach maakt op dit moment het RTTI (reproductie, toepassing 1, toepassing 2, inzicht) model per leerling met de hand in een Excel bestandje. Hiermee kan hij bekijken hoe leerlingen tijdens de toets hebben gescoord op de verschillende vragen die er waren. Hoe makkelijk zou het zijn als leerlingen zo’n testje op internet kunnen maken na hun oefeningen. Dit zou de docent een hoop werk schelen, maar ook de leerlingen hebben in een keer een beeld van de onderdelen waar ze zich nog op kunnen verbeteren voor de toets. Een goede ondersteuning van het onderwijs lijkt mij.

Een flipped-classroom leek me eerst niet zo heel nuttig, waarom zou de manier van lesgeven in een keer helemaal omgegooid moeten worden? Maar op internet kwam ik leuke dingen tegen die wel een beetje die kant op gaan maar óók nog gewoon docenten voor de klas hebben, zoals het verhaal dat Jelmer Evers verteld. En ook de technologische ontwikkelingen die ik net heb beschreven zouden daar natuurlijk mooi bij passen. Leerlingen komen op school om vragen te kunnen stellen over wat ze niet snappen en kunnen hier overleggen. Als huiswerk krijgen ze een filmpje mee van de docent met wat uitleg en het huiswerk dat ze op internet kunnen maken. Snappen ze dit niet allemaal, dan kunnen ze daar de volgende keer op school vragen over stellen. Omdat de docent de informatie uit het filmpje niet allemaal klassikaal hoeft uit te leggen houd deze immers tijd genoeg over om leerlingen te helpen die dit nodig hebben.

Technologie in de klas, al lang niet meer de discussie 'ja of nee', maar meer 'hoe'. 
Technolgie is, en wordt in de toekomst zeker, een goed hulpmiddel om lessen interessanter en individueler te maken voor leerlingen. Maar we moeten het niet gaan zien als doel. Ook in de toekomst moeten leerlingen de ruimte blijven krijgen om zelf te kiezen wat ze willen, zonder in een bepaalde 'wenselijke richting' gedrukt te worden door het systeem. Dan maar een opleiding waar je in de maatschappij minder aan lijkt te hebben, als je er maar van kunt genieten; dat is veel belangrijker!

En dan nu even vanuit het diepste van mijn (ouderwetse?) hart;
Hopelijk kunnen we als biologiedocenten in de toekomst nog gewoon lekker:
  • De klas nog lekker mee naar buiten nemen om bladeren te verzamelen of experimentjes uit te voeren. 
  • Voor de klas staan om zelf dingen uit te leggen. Omdat niets mooier is dan iemand die vol passie over zijn vak kan vertellen en kan reageren op vragen van leerlingen op het zelfde moment.
  • Doorgaan met dieren of organen ontleden omdat niets zo goed is als het zien van structuren in het echt. Het te kunnen voelen, ruiken, bekijken in het geheel.
  • Gewoon lesboeken blijven gebruiken, omdat niets lekkerder leest dan een papierenboek waar je lekker in kunt bladeren en terugzoeken. 

In combinatie met (steeds een klein beetje meer) technologie natuurlijk!



1 opmerking:

  1. Hoi Anneriek,

    Wat een uitgebreide blogpost heb je geschreven. Je hebt je echt verdiept in de ontwikkelingen die plaatsvinden in het onderwijs en hebt jezelf de vraag voorgelegd wat je daar nu van vindt. De vragen aan het begin prikkelde mij als lezer om verder te lezen. Je maakt het verhaal ook persoonlijk door het op jezelf als (aankomend) biologiedocente te betrekken en je neemt de lezer mee in je verhaal om een mening over het onderwerp te vormen. Je vergelijkt ook je eigen ervaringen met wat je nu tegenkomt tijdens je stage. Dat vind ik leuk gedaan.

    Op het eind geef je aan dat je hoopt dat biologiedocenten in de toekomst nog gewoon de natuur in gaan met de klas en zelf dingen enthousiast uitleggen. Zou dat eigenlijk wel veranderen in de toekomst? Ik kan me het haast niet voorstellen. Bij biologie draait het om het leven, dan kan je niet anders, lijkt mij, om als biologiedocent leerlingen daar ook echt kennis mee te laten maken. Zouden leerlingen niet veel liever dat doen, dan continu achter de computer/tablet te zitten om te leren? Dat doen ze immers in de vrije tijd vaak ook al veel. Ik ben het met je eens dat technologie een goede bijdrage kan leveren aan het onderwijs, met nadruk op bijdrage. Na het lezen van je tekst moest ik gelijk denken aan het digitaal ontleden van een kikker, wat ik tijdens mijn middelbare schooltijd heb gedaan bij biologie. Dat vond ik erg leuk. Met alle regels die er tegenwoordig zijn omtrent het ontleden van dieren etc. biedt dit een mooie kans voor leerlingen om toch te ontleden.

    Aan het begin van je blogpost kijk je best sceptisch tegen het gebruik van technologie in het onderwijs aan. Later stel je je mening toch wat bij en hoop je dat technologie een belangrijke ondersteuning kan bieden en kom je tot de conclusie dat het niet om de ‘ja of nee vraag’ gaat, maar om ‘hoe’ we moeten omgaan met technologie in de klas. Interessant om jouw kijk op het onderwerp zo te zien veranderen.

    Feedback blogpost
    Je blogpost is heel visueel geworden. Ik zie dat je veel ideeën hebt en die komen ook naar voren in je blogpost. Soms gaat het echter in de tekst wel wat van de hak op de tak, waardoor het iets lastiger te volgen is waar je heen wilt. In het stukje ‘technologie in het onderwijs’ lopen bijvoorbeeld twee thema’s door elkaar (het gebruik van technologie met voors en tegens en de vraag waar we de leerlingen toe opleiden). Ik denk dat het misschien kan helpen om van te voren je ideeën te ordenen en in te delen in verschillende hoofdstukjes, waardoor je minder van de hak op de tak zult springen en er wat meer één lijn in het verhaal ontstaat.

    De tekst onder de video van Maurice de Hond loopt tussen twee afbeeldingen door, waardoor het minder goed zichtbaar is dat de twee afbeeldingen bij het volgende onderwerp horen. De afbeelding bij ‘wat willen we in het onderwijs’ lijkt een filmpje, maar daar kan je niet bij. Verder, in het kader van je professioneel presenteren: let op je spelling. Ik kwam taalfoutjes tegen.

    Heb je nog mensen uitgenodigd om je blogpost te lezen? Bijvoorbeeld via Twitter? Als je dat niet wilt, op welke andere manier zou je toch je blog onder de aandacht kunnen brengen bij mogelijk geïnteresseerden om een dialoog op gang te brengen?

    Groet, Annelotte

    BeantwoordenVerwijderen