donderdag 31 maart 2016

Opdracht #7; Een game voor studiekiezers, hoe plan en begroot je dat?

"Failing to plan, is planning to fail."

Onder dit motto valt de opdracht voor deze week, namelijk: het plannen van een game die als doel heeft scholieren bewust te laten kiezen voor een studie aan de RUG. Deze game moet, in opdracht van Science Linx, in de Bernoulliborg komen te staan gedurende een bepaalde periode (vanaf oktober 2016) en heeft dus als doelgroep studiekiezers van de VWO.

Dit is dus niet het ontwerpen van de game zelf (zoals in eerdere opdrachten), maar het plannen van het opzetten en organiseren van zo'n game. Volgens de docent moesten we zeker geen game gaan ontwerpen en eigenlijk al niet eens aan een bepaald soort game denken, maar gewoon leren hoe je een organisatieschema moet opzetten. Lekker vaag dus. Gelukkig hoefde ik deze opdracht niet alleen te doen, maar samen met Joyce.

Planning

We begonnen met bedenken wat voor game we wilden. We kwamen op een speurtocht door de Bernoulliborg met in elk zaaltje een andere studie. De docent kwam ongerust op ons af en drukte ons nog eens op het hart dat we niet de game zelf moesten gaan ontwerpen, maar alleen plannen. We legden uit dat we dat lastig vonden zonder te weten wat voor soort spel we moesten organiseren, want het verschilt toch wel per spel wat er allemaal gedaan moet worden. De docent zei dat we ons daar niet te druk om moesten maken en dat het er om ging dat we gaan oefenen met plannen. 

Dus, oké, prima. Het idee van de game ging even naar de achtergrond en hebben we  het schema van Bart van de Laar erbij gepakt om te kijken hoe een planning er ongeveer uit ziet. 

Nog best ingewikkeld eigenlijk. En dat komt niet alleen door de tekst die niet goed leesbaar is. Wel werd duidelijk dat er in de organisatie meerdere onderdelen duidelijk moeten zijn:
- Initiatief
- Definitie
- Ontwerp
- Voorbereiding
- Realisatie
- Nazorg

Oké, daar konden we in ieder geval iets mee. Aan de hand van dit voorbeeld en de tip van Bart van de Laar over het "van achter naar voor plannen", gingen we aan de slag. We maakten een lijstje met dingen die gedaan moesten worden:
- Mensen aanschrijven
- Idee kiezen
- Locatie regelen
- Schetsen idee
- Input faculteit/Science Linx
- Productie mensen vinden
- Definitief ontwerp
- Productie game
- Opbouwen
- Uitvoeren
- Test
- Review
- Aanpassen
- Einduitvoering
- Evaluatie
- Afbouw

Nog best een hele lijst dus. We hebben vervolgens de taken die moeten gebeuren verdeeld in de verschillende (bovengenoemde) fasen en hebben ze grofweg ingepland (uiteraard van achter naar voren). Oktober 2016 moet de game klaar zijn en vanuit dat standpunt terug gewerkt naar maart 2016. Toen zag het er al redelijk overzichtelijk uit. 

Een andere tip van Bart van de Laar was om het personeel en andere belangstellenden op de hoogte te houden van de voortgang en daarom een borrel te geven bij het behalen van mijlpalen. Joyce en ik houden allebei wel van feestjes, dus die moesten er zeker ook bij in! Toen was het plannen al bijna klaar. Ik nam de taak op me om thuis het schema nog wat verder uit te werken en het door middel van kleur wat overzichtelijker te maken. 

Bekijk hier het eindresultaat.

Financiën

Toen kwam het financiële plaatje nog. Want dat komt natuurlijk ook kijken bij het plannen en organiseren van een project. Het budget is €10,000. We hadden als tip gekregen om onvoorziene kosten in te plannen en de rest van de uitgaven zo vaag mogelijk te houden, omdat je het dan voor jezelf makkelijk maakt met eventuele verschuivingen van kosten (iets kan duurder/goedkoper uitvallen dan je aanvankelijk dacht). De uitgaven hadden we ook al snel bedacht:
- Werkgroep moet betaald worden
- Materiële kosten
- Personeel op- en afbouw
- Management
- Kosten voor mijlpalen
- Onvoorziene kosten

Tot zover dus de vaagheid rondom de uitgaven. Die hadden we juist wel redelijk goed voor ogen, maar hebben uiteraard de kosten zelf ruim ingeschat. Toen hadden we ongeveer alles wel en hebben we besloten dat Joyce het kostenplaatje verder uit ging werken. De inkomsten bleken nogal onduidelijk te zijn. De opdrachtgever is wel Science Linx, maar gaan die het hele project ook financieren? Wij gingen maar uit van niet. Maar wie dan wel? De RUG? De scholen van de studiekiezers? Al met al toch wat ingewikkelder dan ik aanvankelijk dacht. We hebben er uiteindelijk wat van gemaakt en uitgaven en inkomsten heffen elkaar op, dus dat lijkt goed te komen. 

De materiële kosten houden we laag, aangezien we dachten dat een speurtocht niet veel materiële kosten met zich mee brengt. De werkgroep die ingepland staat in de kosten, houdt zich bezig met de organisatie en evaluatie van het project. In het overzicht van Bart van de Laar stond dat ze bij een vorige opdracht ook een subsidie kregen van PBT. We hebben niet meer precies onthouden waar dit voor stond, maar vonden dat wij ook een subsidie hiervoor konden krijgen, eventueel van een sponsor. Welke sponsor dit wordt, moeten we overleggen in de initiatiefase (zie planning hierboven).
We hebben geld opzij gezet voor de zogenoemde netwerk borrels, wat we gaan gebruiken om de mijlpalen te vieren. Op die manier zullen we de vooruitgang bespreken met alle betrokkenen op een feestelijke manier. Hier valt ook de bedankborrel onder, vandaar dat die financiën doorlopen tot in 2017. 

Al met al leek ons dit een prima planning voor een onbekende game. Wat vinden jullie?

donderdag 17 maart 2016

Opdracht #6; Evolutietheorie, hoe zat het nou?

Brainstorm voor opdracht #6; exhibit.

Kort samengevat was de opdracht ‘ontwerp een exhibit’ bij een theorie in je eigen vakgebied, die voldoet aan:
-          Het is een kubus van1m bij 1m bij 1
-          Het kost maximaal 1000 
Voor het vak Vaardigheden had ik vorig jaar al een beetje ervaring opgedaan met het ontwerpen van exhibits en ik vond het leuk om nu minder vrij te zijn in de vorm van de exhibit maar daarbij te proberen wel op te vallen met mijn kubus.

Ideeën voor de kubus
Glazen kubus met dingen en informatie erin
Dichte kubus met informatie erop
Half dicht en half glazen kubus met informatie erop én erin.
Computerschermen met informatie en spelletjes

Mogelijke onderwerpen
Darwin’s Evolutietheorie
Voedselketens/voedselwebben
Voortplanting
Natuur in een bepaald gebied

Hieronder de uitwerking van mijn uiteindelijke idee:

Exhibit ´Darwin´s evolutietheorie, hoe zat het nou?’

Doelgroep
Bovenbouw havo/vwo, geïnteresseerde volwassenen.

Doel
Een moeilijk onderdeel in de biologie die je krijgt op de middelbare school is de evolutietheorie. Deze exhibit vat de theorie kort samen en laat het ontstaan en de toekomst van de evolutietheorie op een leuke manier zien. Daarnaast worden een aantal bekende misvattingen laten zien en zorgen de afbeeldingen en tekst op de buitenkant van de kubus samen met de informatie en spelletjes op het computerscherm en de attributen in de glazen vitrine voor een tastbare en uitnodigende aanvulling op bestaande kennis. Maar niet alleen op de middelbare school is men druk met de evolutietheorie, ook in het dagelijks leven krijg je regelmatig te maken met vragen rond deze ontdekking. Meningen over de evolutie lopen erg uiteen en deze exhibit is niet om te vertellen welke kant van het verhaal juist is, maar om een kant, namelijk de wetenschappelijke kant, van het verhaal te laten zien en uit te leggen. Door deze exhibit krijgen mensen die de wetenschappelijke achtergrond van huis uit niet hebben meegekregen de kans om ook kennis te maken met de wetenschappelijke kant van de evolutietheorie. Een van de belangrijkste en meest bekende grondleggers van de evolutietheorie is Charles Darwin. Zijn verhalen over de reis met de Beagle en op de Galapagos eilanden geven op een duidelijke manier weer hoe hij de evolutietheorie heeft opgebouwd.

Formaat
Een kubus van 1 bij 1 bij 1 meter waarbij de hoeken omhoog geklapt kunnen worden. De kubus heeft aan twee overgelegen hoekpunten een stukje glazenvitrine, van elkaar gescheiden door twee hoeken van stukken MDF die voorzien zijn van afbeeldingen en korte stukken tekst. Ondanks de vrij strikte vorm die de exhibit dient te hebben om het vervoer mogelijk te maken (een kubus van 1m³) wou ik er toch voor zorgen dat deze exhibit opvalt wanneer hij tentoongesteld is. Door de omhoog klapbare hoeken bereikt de exhibit een hoogte die meer in het gezichtsveld valt en waar je niet zomaar omheen kijkt. Door het gebruik van de verschillende materialen (MDF en glas) en de daardoor verkregen diepte is de exhibit niet alleen leerzaam door de informatie die erop staat maar ook erg interessant om te bekijken.

Schetsen van de kubus
links: omhoog klapbare hoeken in het grijs.
rechts: de omhoog klapbare hoeken (lichtgrijs) en de verdeling van tekst/afbeeldingen (donkergrijs) en glas (blauw)gezien vanaf een van de hoekpunten

omhoog geklapte hoeken, gezien vanaf een MDF-hoekpunt (links) en vanaf een glazen hoekpunt (rechts). In groen de vlakken die ingeklapt tegen elkaar aanliggen en daarin het computerscherm





Voorbeeld van een schaalmodel van de kubus met een omhoog geklapte hoek

 Schatting van de kosten
Tablet                                                   -              € 200
MDF voor kubus                               -              € 70
Glas                                                       -              € 60
Hout voor frame                               -              € 60
Materieel maken kubus                 -              € 30
Kubus spuiten                                   -              € 150
Afbeeldingen en tekst op kubus -              € 300
Binnenkant kubus                            -              € 100


Inhoud
De kubus is opgedeeld in vier hoofdonderwerpen waarbij ieder onderwerp is weergegeven op een hoekpunt van de kubus (niet op de volledige zijde) dit wordt aangegeven door het gebruik van één grote afbeelding per onderwerp (zie verderop) die een duidelijke scheiding weergeeft tussen de onderwerpen.

De vier hoofdonderwerpen zijn:
  •    Wat is evolutie? 
  • Evolutietheorie vóór Darwin
  • Wie was Darwin?
  • Evolutietheorie ná Darwin
    schets van de buitenkant van de kubus per onderdeel. boven weergegeven (in ruitvorm) de uitgeklapte hoek.

De onderwerpen ‘wat is evolutie?’ en ‘wie was Darwin?’ zijn opgebouwd uit een vitrine met informatie en attributen en een MDF-onderkant met informatie en een afbeelding. (lichtblauw in afbeelding hierboven)

De onderwerpen ‘evolutietheorie voor Darwin’ en ‘evolutietheorie na Darwin’ zijn opgebouwd uit MDF platen met informatie en afbeeldingen en bevatten een computerscherm onder de opklapbare hoek. 

Naast de hoofdafbeelding die de gehele achtergrond bekleed bevinden zich ook kleinere afbeeldingen met korte stukken tekst op de kubus.

In de computerschermen bevindt zich extra informatie over bepaalde onderwerpen die terugkomen op de kubus, hier kan men gericht naar zoeken. Ook staan er kleine oefeningen/spelletjes op om je kennis over de evolutietheorie te testen.

Belangrijke termen die terug moeten komen op deze exhibit zijn:
  •           Evolutie
  •           Variatie
  •           (Natuurlijke) Selectie
  •           Mutaties
  •           Overlevingssucces
  •           Erfelijkheid
  •           Darwin
  •           Beagle
  •           Galapagos
  •           Theologie
  •           Verlichting
  •           Fossielen
  •           Genen
  •           Allelen
  •           Survival of the fittest
  •           Het ontstaan van soorten
  •           DNA
  •           Mendel
  •           Dawkins
  •           Sociaal darwinisme
  •           Eugenetica
  •           Mensen en apen
  •           Rudimentaire organen
  •           Overeenkomsten in bouw
  •           Embryonale ontwikkeling

Bron van informatie

o.a. Wie was Darwin;

Wat is evolutie?
http://www.schooltv.nl/video/evolutie-evolutietheorieen/ (tot 3 minuten, vanaf 3:40 weer stukjes met Darwin)

Uitwerking kubus
Hieronder per onderdeel weergegeven hoe de kubus eruit moet komen te zien, welke attributen er in de kast moeten komen en welke afbeeldingen erop komen te staan.
  •  In glaskast ‘wie was Darwin?’

als achtergrond tegen een van de wanden (de Beagle)

overgaand in deze achtergrond (de galapagos eilanden)

In de kast:




  

 


Buitenkant:




  • In glaskast ‘Wat is evolutie?’:






 als losse dingen in de kast:  
Apenknuffel en een pop/ lijn met verschillende apen van groot naar klein, eindigend bij de mens
Nagebouwde lijn zoals hieronder met plastic dieren/poppetjes

Buitenkant:


  •  Voor Darwin: buitenkant van de kubus
  •  Na Darwin: buitenkant van de kubus

Voorbeeld van een kleinere afbeelding die op de kubus komt:


 Het computerscherm
Op de kubus zelf komt in enkele zinnen over de belangrijkste onderwerpen wat informatie te staan om te voorkomen dat het te druk wordt. De informatie die daarnaast van belang is en meer achtergrondinformatie geeft kun je vinden in het computerscherm. Zo kan iemand zich iets meer verdiepen in de stof, maar het hoeft niet.
Daarnaast staan er in het scherm nog een tweetal onderdelen: een test en een reis met de beagle.
De test bestaat uit meerkeuze vragen over de evolutietheorie en Darwin en de antwoorden zijn (voor of na de test) terug te vinden in het informatiedeel van het computerscherm. Naast feitjes over mensen en jaartallen zullen hier ook vragen gesteld worden over bekende misvattingen (zoals stammen mensen af van apen, wat betekend ‘survival of the fittest’ eigenlijk etc.) Deze misvattingen zijn terug te vinden op de kubus.
Bij de reis met de beagle krijg je een grote kaart te zien met daarop de route die de Beagle (de onderzoeksboot waar Darwin veel van zijn ontdekkingen op gedaan heeft) gemaakt heeft en kun je klikken op verschillende locaties. Hier krijg je een kort filmpje over de ontdekkingen daar (de vinken, de schildpadden, nieuwe soorten etc.) en word er doormiddel van een meerkeuzevraag getest of jij dezelfde ontdekkingen zou doen als Darwin en hetzelfde inzicht hebt.

Startscherm:

Scherm bij ‘de reis met de Beagle’


Voor het ontwerpen van deze exhibit heb ik mij bijna (één uur meer) gehouden aan de tijdslimiet. Bij andere opdrachten is mij dit steeds goed gelukt maar dit ontwerp vond ik te leuk en wil ik eigenlijk het liefst ook meteen maken. Ik ben blij met het resultaat, omwille van de tijd heb ik de stukjes tekst die op de kubus moeten niet uitgewerkt maar alleen de kernwoorden gegeven en bronnen waar informatie op een duidelijke manier staat weergegeven. Deze bronnen zouden bij wijze van de tekst kunnen leveren voor de kubus. Omdat ik het idee kubus wat saai vind en een kubus van 1 meter hoog mij teveel op een tafeltje lijkt heb ik besloten om de vorm (uitklapbaar) aan te passen. Door het gebruik van kleine vitrines wil ik de kubus meer diepte geven. Het leek me zo zonde om alleen de buitenkant te gebruiken, of de buitenkant van glas te maken en er alleen iets middenin te zetten.  Het onderwerp heb ik gekozen omdat ik het zelf erg interessant vind en er op verschillende niveaus informatie over te geven is. Dingen als ‘wie was Darwin’ hoef je minder over na te denken dan bijvoorbeeld hoe evolutie werkt. Daarnaast viel het me tijdens het doen van research op dat er veel ‘ruzie’ is tussen de wetenschap en de kerk en dat een veel gehoord argument is dat ‘evolutie niet te bewijzen is’. Doormiddel van deze exhibit hoop ik ook hier iets aan bij te dragen en mensen op een vrije manier kennis te laten maken met de wetenschap en evoluti

donderdag 10 maart 2016

Opdracht #5; Versla de virussen!; een leuk spel, en nog leerzaam ook!

Versla de virussen!

Een game om meer te leren over de werking van het immuunsysteem, 

gebaseerd op het spel 'Weerwolven van Wakkerdam'.




Game: Versla de virussen!

Het immuunsysteem wordt door examenleerlingen Havo en VWO vaak gezien als een lastig onderwerp. Wil jij op een leuke en ontspannen manier de verschillende onderdelen van de afweer leren kennen? Ga dan de strijd aan met elkaar in Versla de Virussen!
Doel
Het doel van dit spel is, zoals de titel als zegt: het verslaan van de virussen. Het is een soort interactief kaartspelletje waardoor de leerlingen de bezigheid als iets ontspannends zien en ze even een rustmoment tussen het leren door hebben. Om het spel nog wel educatief te houden, hebben we er een onderwerp aan gekoppeld dat werd aangegeven als een lastig onderwerp: het immuunsysteem. De verschillende onderdelen van het immuunsysteem komen hier in terug (denk bijvoorbeeld aan aangeboren immuunsysteem, adaptief immuunsysteem, cellulaire immuniteit, humorale immuniteit etc.), maar omdat de focus niet zal liggen op het onthouden van deze termen, zal het niet als studielast gezien worden. Doordat de leerlingen op een ontspannen manier met een lastig onderwerp bezig zijn, zullen ze onbewust nog wat leren van het spel of het zal een discussie oproepen aan het eind waardoor ze alsnog informeel over het onderwerp kunnen leren. Op deze manier wordt leren leuk!
Onderwijsvorm
Aangezien de leerlingen in het ochtendprogramma een lange zit hebben, wilden we ze aanvankelijk lekker even laten bewegen en rondlopen om even uit de sleur te breken. Als eerste kwamen we op het idee van een levend stratego gekoppeld aan hetzelfde onderwerp. Toen we dit idee gingen uitwerken met z’n allen, bleek al snel dat dit toch enige complicaties met zich mee zou brengen. Bij levend stratego heb je twee teams met een rangorde (een hoge kan een lage rangorde verslaan, en de laagste kan de hoogste weer verslaan). Toen we dit wilden vertalen in termen van de immunologie, bleek dat er in het immuun systeem makkelijk een rangorde te creëren was, maar voor het virus als tegenstander niet. Toen bedachten we dat we dan twee gelijke teams moesten maken (immuunsysteem 1 tegen immuunsysteem 2), maar dit vonden we dan weer niet realistisch genoeg, waardoor de leerlingen er juist een misopvatting van konden overhouden.
Om toch het bewegingselement er in te houden, hebben we vervolgens gevarieerd met een ander onderwerp voor levend stratego (voedselweb), het afleggen van een parcours gekoppeld aan een ander onderwerp (moleculen, eiwitten, cellen), maar ook dat was niet meteen doorslaggevend voor ons. Het idee van levend stratego (wedstrijdelement) en immuunsysteem bleef aan ons knagen.
Toen kwamen we op het idee van het spel “weerwolven” en dat te koppelen aan het immuunsysteem. Hierbij gaat het actieve aspect weg, aangezien dit spel zittend in een kring gespeeld wordt, maar het onderwerp in een spel wel goed tot uiting zou komen. We zouden het spel in een ander klaslokaal kunnen organiseren, waardoor ze nog even een stukje kunnen lopen tussendoor. Wat van cruciaal belang is, is dat de leider van het spel (de verteller) erg goed kan vertellen, waardoor het spel extra spannend wordt. Het verhaal en uitleg staat beschreven, dus dan zou het spel verder voor zich moeten spreken.
Dit idee sprak ons allemaal wel aan, dus werd het tijd om taken te verdelen. Joyce en Anneriek hadden als enige twee wel een redelijke kennis over het immuunsysteem, dus aan hun de taak om de karakters van het oorspronkelijke spel weerwolven om te zetten in onderdelen van het immuunsysteem. Lise kreeg als taak het verhaal van weerwolven te vertalen in het thema van het immuunsysteem en Masja zou zich bezighouden met de vormgeving van de kaarten. Uiteindelijk heeft Lise ook een deel van de vormgeving gedaan (voorkant van de kaarten) en heeft Masja zich nog bezig gehouden met de vormgeving van de spelregels. Het verslag werd in elkaar gezet door Joyce en Anneriek heeft een korte intro voor het spel geschreven.
Leersituatie
De leerlingen zitten in een kring en de verteller loopt rond buiten de kring. De spelregels staan verder duidelijk beschreven in het spel, maar het is de bedoeling dat elke leerling een karakterkaart krijgt. Deze kaart mogen ze niet aan iemand anders laten zien! Het doel van het spel is dat de gezonde cellen en immuuncellen de virussen verslaan, door verdachten aan te vallen. Als dit idee in het achterhoofd gehouden wordt, dan kan de begeleider/verteller er verder mee aan de slag, aangezien het complete verhaal in het spel zit en de spelregels ook.
Vormgeving
Voor de kaarten van het spel hebben we ervoor gekozen om hetzelfde formaat aan te houden als die van het originele spel weerwolven, ongeveer 8 cm bij 8 cm. Op het internet kwamen we een hele verzameling cartoonachtige plaatjes van cellen en virussen tegen. We konden ze gebruiken, want ze vallen onder de Creative Commons licentie. De stijl van het plaatje van het virus en de overige karakters zijn door Lise ontworpen in Photoshop. Hierbij heeft ze geprobeerd bepaalde kenmerken van de cellen weer te geven (zoals de vorm die een macrofaag aanneemt tijdens fagocytose).  
De achtergrond hebben we simpel en strak gehouden, omdat de karakters al vrij druk waren. Bij de gezonde cel en het griepvirus hebben we gekozen voor een andere kleur achtergrond. Rood voor het virus (slecht!) en een beetje groenig voor de gezonde cel (goed!).
Verder wilden we de spelers een beetje informatie meegeven op het kaartje. Er staat dus een korte uitleg van het karakter op. Dit staat in een bruin kader dat dezelfde kleur heeft als de rand van de kaart. Zo is het geheel rustig en in evenwicht.
De achterkant van de kaarten heeft dezelfde strakke achtergrond als de voorkant, maar dan in een bruintint. Dit om het een geheel te laten zijn. We wilden graag de titel van het spel, ‘Versla de virussen’, op de achterkant hebben staan. Je ziet hieronder verschillende ideeën.
Het eerste ontwerp vonden we een beetje kinderachtig. Toen kwam de cartoon die je op het plaatje ernaast ziet in beeld. We vonden de bruintinten goed passen bij de achtergrond. Ook vonden we het plaatje goed passen bij het idee dat iedereen zijn ogen goed open moet houden om de virussen te vinden. Hier overheen hebben we toen de titel van het spel gezet met het woord ‘virussen’ in kapitaal en roodgekleurd zodat je duidelijk ziet dat de virussen slecht zijn en dat het spel daar om draait.
De spelers krijgen naast een karakterkaart ook een A4-blad met daarop alle karakters kort uitgelegd en ook het spelverloop. We vonden het mooi om dit passend op een A4 te krijgen, zodat je niet steeds je papier hoeft om te draaien. Dit heeft Masja gedaan in Excel.
Eindresultaat
Kaarten voorkant:


Kaarten achterkant:
Samenwerking
Na een wat lang durende brainstorm sessie met een hoop verschillende ideeën, kwamen we gezamenlijk op dit idee. De taakverdeling en uitvoering verliep goed en iedereen heeft duidelijk aangegeven wanneer ze de tijd die voor de opdracht stond hadden gebruikt. We hebben voornamelijk gecommuniceerd via WhatsApp en Google Docs/Drive. Op deze manier konden we duidelijk elkaars voortgang zien en hier feedback op geven. We zijn erg blij met het resultaat en hopen dat het spel net zo goed ontvangen zal worden door de leerlingen! Bedankt LiseMasja en Joyce voor de fijne samenwerking!

vrijdag 4 maart 2016

Opdracht #3; (aangepast) een blog over de toekomst van het onderwijs en het onderwijs in de toekomst

Onderwijs in de toekomst, de toekomst van het onderwijs; technologie?


Staan er over 25 jaar computers en robots voor de klas of leert iedereen alleen nog maar thuis vanachter zijn computer? En hoe ziet het er uit voor mij als biologiedocente? Gaan we ‘ontleden’ vanachter je laptop en leren door enkel naar een Smartboard te kijken? En hoe zit het met de uitstapjes meer het bos als we alles online ook kunnen bekijken? 


Is dit binnenkort verleden tijd?
Laten we hopen dat het niet zó hard gaat, juist in de biologie! Maar hoe zit het eigenlijk met die ontwikkelingen in het onderwijs? 

Voor mijn master Educatie ben ik begonnen aan masterstage 1, het kennismaken met het onderwijs en voor de klas staan. Tot nu toe bevalt het me prima maar jeetje, wat is er veel veranderd in het onderwijs de laatste jaren! Leerlingen zijn helemaal gewend aan de online studiewijzer, ouders checken cijfers van hun kinderen online, docenten geven ‘colleges’ inclusief powerpoint en even iets op het bord schrijven is er niet meer bij. 
Technologie in het onderwijs, een onderwerp dus dat niet alleen interessant is voor ouders en/of leerlingen, maar ook zeker voor (aankomend) docenten! 


Om informatie te verzamelen over dit onderwerp ben ik andere blogs, sites, filmpjes en artikelen gaan lezen en bekijken. Tjongejonge, wat zijn er veel mensen die een mening hebben over het onderwijs van de toekomst en wat kunnen die meningen ver uiteen liggen.  En de vraag die ik net al stelde ‘hoe zit het met de ontwikkelingen in het onderwijs?’ kan ik voor mezelf eigenlijk niet eens beantwoorden, dus daar moet ik eerst maar eens achteraan voor ik mijn mening überhaupt zou kunnen geven óver deze veranderingen. 


Wat zijn de ontwikkelingen in het onderwijs op het moment?

Een docent die al een aantal jaren bezig is met het toepassen van meer technologie in het onderwijs, Jelmer Evers, zegt het volgende over de toename van technologie in het onderwijs:


‘Onderwijs blijft mensenwerk en dat betekent vanuit de onderlinge relatie werken. Technologie heeft een plek, maar wordt te groot neergezet. Dat is de norm buiten het onderwijs. Het onderwijs moet er inderdaad flexibeler uitzien, maar niet zo dat docenten niet meer nodig zijn. Dat zou een verschraling van het onderwijs zijn. Leerlingen vinden nu ook dat ik een meerwaarde ben. Mensen die vinden dat docenten niet meer nodig zijn verkondigen klinkklare onzin.’ 

Sommige mensen zijn helemaal voor digitalisering van het onderwijs, maar niet iedereen is het daar helemaal mee eens, dit blijkt wel uit de collumn die twee weken geleden is geplaatst door Aleid Truijens ‘Beste Maurice, onderwijsdient niet alleen de markt’.

Citaat uit de collumn van Aleid Truijens.
Niet verplicht iets kiezen waar je iets aan hebt dus, maar gewoon iets wat je leuk vind en in verder zou willen. Zelf ben ik daar een mooi voorbeeld van. ‘Biologie studeren? Wat heb je dáár nou weer aan later?’ is een vraag die ik geregeld te horen heb gekregen. Vaak was het antwoord op deze vraag ook ‘geen idee, maar ik vind het een onwijs leuke studie. Mocht ik er niets aan hebben dan zie ik het dan wel weer maar werken moet ik nog lang genoeg en dan doe ik liever iets wat ik leuk vind.’ 

#onderwijs2032

Er is dus al veel veranderd en deze veranderingen gaan door, als het aan de overheid ligt.


Want in 2014 heeft veel onderzoek geleid tot de start van de campagne #onderwijs2032 waarbij iedereen die dat wil tot eind 2016 mag meedenken over hoe het onderwijs er in 2032 uit moet zien. Er wordt veel aandacht gegeven aan deze ontwikkeling en er zijn dus (blijkbaar?) al een aantal gerichte stappen gezet in de verandering van het onderwijs. Zoals ze onderandere laten zien in een interactief filmpje wat uitleg geeft over de tot standkoming vna dit #onderwijs 32.

Wat willen we in het onderwijs?

Dus dat er dingen aan het veranderen zijn en nog veel meer gaan veranderen, dat staat vast! En stiekem begrijp ik dat nu ook wel, want niet alleen de technologie is constant in verandering maar ook het onderwijs veranderde in het verleden natuurlijk voortdurend. Dat is altijd al zo geweest en zal ook zeker in de toekomst, nu het internet steeds belangrijker begint te worden, niet minder worden. Waar leraren vroeger nog puur kennis overbrachten op leerlingen, die dat simpelweg hoefden te reproduceren, heeft de docent tegenwoordig een heel andere taak.
Ik heb blind leren typen op de middelbare school,
als 'keuze' (het leek mijn ouders erg handig)
maar tegenwoordig is er dus op de basisschool al vraag naar. #snelleontwikkelingen!
Langzaam begin ik een mening te vormen over de ontwikkelingen in het onderwijs. Helemaal omslaan naar volledig technologie-gestuurd onderwijs lijkt me niets, ik heb er eigenlijk al iets op tegen om van alles ‘verplicht’ op Twitter of op een blog te plaatsen, laat staan dat ik straks voor de klas niet eens meer door een boek zou kunnen bladeren. 
Alleen dat Smartboard, dat lijkt me niets hoor!

Hoe zie ik de toekomst dan voor me?

Hoe Jelmer Evers op dit moment al les geeft zou een mooie manier kunnen zijn voor leerlingen om zich individueel te ontwikkelen. Leerlingen die makkelijk door alle lesstof heen vliegen kunnen op deze manier wat extra uitdaging krijgen (en hoeveel makkelijker kan dit met behulp van technologie en internet!) maar ook leerlingen die iets meer hulp nodig hebben kunnen deze aandacht zo dus ook nog krijgen. Doordat leerlingen zelfstandiger bezig kunnen door de flipped-classroom bijvoorbeeld, met uitleg op internet en een docent die daardoor tijd overhoud, kunnen andere leerlingen wat extra aandacht krijgen. Een ontwikkeling die in mijn ogen toch weinig echte tegenstanders kan hebben.  

Door mijn stage ben ik er al wel achter; waar ik over praat als 'toekomst' is eigenlijk al bezig. Vergeleken met mijn jaren in het voortgezet onderwijs is er al zo veel veranderd. Smartboards, filmpjes, internet; leerlingen kunnen zich er tegenwoordig beter in vinden dan de meeste docenten. Wat ik hoop voor over 1.5 jaar is dat technologie een belangrijke rol kan spelen in de ondersteuning van de leerlingen, docenten en ouders. 


Niet alleen kan de vooruitgang van een leerling door technologie makkelijkere gevolgd worden door docent en ouders, maar ook het aanbieden van lessen kan beter afgestemd worden op individuele leerlingen. Wat zou het gaaf zijn als leerlingen bijvoorbeeld de botten in het lichaam moeten leren en iedereen dat op internet op zijn eigen manier kan doen. Mieke houd van paarden, en kan op internet een 3D afbeelding gebruiken van een ruiter op een paard, Wouter houd van voetbal en bekijkt daarom de botten van een voetballer. Een stuk leuker dan dat saaie model dat in het boek staat kan ik me zo voorstellen!

Technologie in de klas, volgens mij al lang niet meer de discussie 'ja of nee', maar meer 'hoe'. Technolgie is, en wordt in de toekomst zeker, een goed hulpmiddel om lessen interessanter en individueler te maken voor leerlingen. Maar we moeten het niet gaan zien als doel. Ook in de toekomst moeten leerlingen de ruimte blijven krijgen om zelf te kiezen wat ze willen, zonder in een bepaalde 'wenselijke richting' gedrukt te worden door het systeem. Dan maar een opleiding waar je in de maatschappij minder aan lijkt te hebben, als je er maar van kunt genieten; dat is veel belangrijker!

Wat is jullie mening hier over? Ik hoop stiekem dat er mensen het met mij eens zullen zijn op veel punten. 
En hebben jullie hier ook al ervaringen mee, toenemende technologie in het onderwijs? En wat vind je daar van?






En dan nu even vanuit het diepste van mijn (ouderwetse?) hart;
Hopelijk kunnen we als biologiedocenten in de toekomst nog gewoon lekker:

  • De klas nog lekker mee naar buiten nemen om bladeren te verzamelen of experimentjes uit te voeren. 
  • Voor de klas staan om zelf dingen uit te leggen. Omdat niets mooier is dan iemand die vol passie over zijn vak kan vertellen en kan reageren op vragen van leerlingen op het zelfde moment.
  • Doorgaan met dieren of organen ontleden omdat niets zo goed is als het zien van structuren in het echt. Het te kunnen voelen, ruiken, bekijken in het geheel.
  • Gewoon lesboeken blijven gebruiken, omdat niets lekkerder leest dan een papierenboek waar je lekker in kunt bladeren en terugzoeken. 


In combinatie met (steeds een klein beetje meer) technologie natuurlijk!