Wel heel flauw eigenlijk, mezelf wel voorstellen maar de rest van mijn huisgenoten en vriendjes niet. Sinds 3 jaar woon ik in het (whahaha) mooie Nieuw Balinge, Midden Drenthe. Tussen Westerbork en Hoogeveen zeg maar. Met mijn vriend, Dirk, natuurlijk (die het be-la-che-lijk vind dat ik verplicht moet Twitteren en een blog bijhouden overigens) die werkt als commisioning engineer bij een bedrijf dat (hijs)kranen bouwt voor op schepen en boorplatformen. Ja je leest het goed; een ecoloog en een milieuvervuiler (grapje) wonen samen in een huis. Met een hele dierentuin: Vogel en Droppie We beginnen deze voorstelronde bij de twee gevleugelde huisgenoten: een Agapornis van een jaar of 8 en een Valkparkiet van een paar jaar oud. Vogel is een van de laatst overgebleven vogels uit de grote volliere die Dirk had jaren geleden. Langzaam stierf de populatie uit, alleen Vogel doet het nog steeds! Voor mensen die Agapornisjes niet kennen: Ze (schijnen te) kunnen fluiten, maar geven de voorkeur aan een hoge, harde schreeuw. Vogel is opgegroeid in een volliere en heeft een hekel aan mensen; en dat laat ie graag merken!
Dan Droppie, De nieuwste huisgenoot. Kort samengevat was ie van een vriendin, die emigreerde naar Australie en nu woont ie bij ons! Droppie kan praten (z'n eigen naam: Droppie, of Dropdropdropdropdropdrop) en heel mooi zingen. Valkparkieten kiezen een van hun huisgenoten als 'maatje' en jullie mogen raden wie de gelukkige is... juist, Dirk :( gelukkig ben ik 'wel oke' als Dirk niet thuis is!
Marijke De kat des huizes. Of koningin, zoals ze het zelf graag ziet. We hadden ons huisje gekocht en er net een nachtje geslapen toen Dirk met een klaplong in het ziekenhuis kwam te liggen, juist op het moment dat Marijke bij ons zou komen wonen. Zij woont hier dus langer dan Dirk! Enne, ze is vernoemd naar de knapste zuster uit het ziekenhuis in Hoogeveen... duss... Overdag veel buiten en echt een modelkat; ze vangt geen enkel vogeltje, gelukkig! ..... euhm, meestal dan! ze is wel heel gek op muizen en vangen van wespen!
Nijn
Nijn is, hoe kan het ook anders, het konijn! Woont buiten, gek op kuilen graven en krijgt deze week een nieuw hok! Op deze foto in kerstoutfit.
Woezy, Pip, Zoef, Baileys en Truffel
De rattendames! Woezy en Pip (de twee witte) kwamen als eerste bij mij wonen omdat Woezy na een oorontsteking d'r kop scheef houd bij alles en niet meer verkocht kon worden in de dierenwinkel. Vernoemd naar de twee hondjes Woezel en Pip. Een half jaar en een heel groot hok later kwamen de twee zwartjes (baileys en truffel) en de bruine (Zoef) Baileys heeft rex-haar, zoals dat heet, krulletjes dus. Zoef heet Zoef omdat ze ontzettend hard kan lopen *zoefzoef*
Het zijn de grootste sloperts die je je kunt voorstellen, niets is veilig!
De beestenbende houd niet op bij alle dieren die wij thuis hebben. Bij m'n ouders heb ik nog twee vriendjes: labrador x rottweiler x herder x bernersenner; Guus en boxer Sam.
En dan, het beste paard van stal voor het laatst bewaard: Siggi. Het (oude) IJslandse paardje waar ik sinds een jaartje mee op pad mag! (en die tevens mijn profielfoto siert) Hij woont samen met z'n vriendinnetjes Soof en Happy, moeder en dochter Shetlander en de grote Belg Floortje. Verhalen genoeg over deze teddybeer die er voor zorgt dat ik tussen alle drukte door ook even kan genieten van het mooie Drenthe!
Zo, dan hebben jullie ook een beetje een idee van de dierentuin hier.
Voor veel meer foto's en avonturen check mijn facebook!
Staan er over 25 jaar computers en robots voor
de klas of leert iedereen alleen nog maar thuis vanachter zijn computer?
En hoe
ziet het er uit voor mij als biologiedocente? Geen uitstapjes meer naar het
bos, ‘ontleden’ vanachter je laptop en leren door enkel naar een Smartboard te
kijken?
Laten we hopen van niet! Maar hoe zit het eigenlijk met die
ontwikkelingen in het onderwijs?
Voor mijn master Educatie ben ik begonnen aan
masterstage 1, het kennismaken met het onderwijs en voor de klas staan. Tot nu
toe bevalt het me prima maar jeetje, wat is er veel veranderd in het onderwijs
de laatste jaren! Leerlingen zijn helemaal gewend aan de online studiewijzer,
docenten geven ‘colleges’ inclusief powerpoint en even iets op het bord
schrijven is er niet meer bij.
Een onderwerp dus dat niet alleen interessant
is voor ouders en/of leerlingen, maar ook zeker voor (aankomend) docenten! Voor
deze opdracht schrijven we een blog die voortborduurt op de discussies en veranderingen die al gaande zijn. Goed, dat doe ik wel even. Dacht ik. Maar
dit viel nog niet mee. Want de vraag die ik net al stelde ‘hoe zit het met de ontwikkelingen
in het onderwijs?’ kan ik voor mezelf niet eens beantwoorden, dus daar moest ik
eerst maar eens achteraan voor ik mijn mening überhaupt zou kunnen geven óver
deze veranderingen.
Om informatie te verzamelen over dit onderwerp
ben ik andere blogs, sites, filmpjes en artikelen gaan lezen en bekijken.
Tjongejonge, wat zijn er veel mensen die een mening hebben over het onderwijs
van de toekomst en wat kunnen die meningen ver uiteen liggen.
Technologie in het onderwijs
Maurice de Hond bijvoorbeeld, oprichter van de
Steve Jobs scholen (basisonderwijs met behulp van tablets), is een groot
voorstander van de verandering naar meer technologie in het onderwijs.
En ‘zijn manier’ van veranderingen in het
onderwijs lijken hun vruchten af te werpen. Zoals begin deze maand al te lezen
was.
Een docent die al een aantal jaren bezig
is met het toepassen van meer technologie in het onderwijs, Jelmer Evers, zegt
er het volgende over:
‘Onderwijs blijft mensenwerk en dat betekent vanuit de onderlinge relatie werken. Technologie heeft een
plek, maar wordt te groot neergezet. Dat is de norm buiten het onderwijs. Het
onderwijs moet er inderdaad flexibeler uitzien, maar niet zo dat docenten niet
meer nodig zijn. Dat zou een verschraling van het onderwijs zijn. Leerlingen
vinden nu ook dat ik een meerwaarde ben. Mensen die vinden dat docenten niet
meer nodig zijn verkondigen klinkklare onzin.’
Hij probeert op een vernieuwende manier
les te geven, met gebruik van technologie. Hierbij staat de leerling centraal
en minder de sturing van de docent. ICT is daarbij een makkelijk middel maar
moet niet centraal staan vind hij. Het gebruik van technologie geeft hem meer tijd om extra aandacht te geven
aan leerlingen die het nodig hebben. Hij kan zich ook voorstellen dat wat Maurice
de Hond als toekomstbeeld heeft een goede manier kan zijn om onderwijs te
geven, maar dan moet er nog wel veel veranderen.
Vooral de
zin waar ze haar collumn mee afsluit vind ik nu al erg belangrijk voor de
ontwikkeling van onderwijs: “Bied kinderen de werktuigen waarmee ze de wereld
leren begrijpen, waarmee ze deze en alle werelden aankunnen - dan ontdekken ze
zelf wel wat relevant is.”
Er moeten dus wel degelijk veranderingen in het onderwijs komen want het moet op iedereen individueel aangepast kunnen worden, afhankelijk van
de interesses die mensen hebben of het doel dat ze zich zelf hebben gesteld.
Niet alleen het klaarstomen voor de economie.
Niet verplicht iets kiezen waar je iets aan hebt dus, maar gewoon iets wat je leuk vind en in verder zou willen. Zelf
ben ik daar een mooi voorbeeld van. ‘Biologie studeren? Wat heb je dáár nou weer
aan later?’ is een vraag die ik geregeld te horen heb gekregen. Vaak was het
antwoord op deze vraag ook ‘geen idee, maar ik vind het een onwijs leuke studie.
Mocht ik er niets aan hebben dan zie ik het dan wel weer maar werken moet ik
nog lang genoeg en dan doe ik liever iets wat ik leuk vind.’ Iets wat volgens
Maurice de Hond blijkbaar absoluut niet de bedoeling is van onderwijs.
Wat willen we in het onderwijs?
Langzaam
begin ik een mening te vormen over de ontwikkelingen in het onderwijs. Helemaal
omslaan naar volledig technologie-gestuurd onderwijs lijkt me niets, ik heb er
eigenlijk al iets op tegen om van alles ‘verplicht’ op Twitter of op een blog
te plaatsen, laat staan dat ik straks voor de klas niet eens meer door een boek
zou kunnen bladeren. Alleen dat Smartboard, dat lijkt me niets hoor!
Maar dat
er dingen gaan veranderen, dat staat vast! En stiekem begrijp ik dat ook wel, want
niet alleen de technologie is constant in verandering maar ook het onderwijs veranderde in het verleden natuurlijk voortdurend. Dat is
altijd al zo geweest en zal ook zeker in de toekomst, nu het internet steeds
belangrijker begint te worden, niet minder worden. Waar leraren vroeger nog
puur kennis overbrachten op leerlingen, die dat simpelweg hoefden te
reproduceren, heeft de docent tegenwoordig een heel andere taak.
Door
leerlingen steeds zelfstandiger te laten werken en iedere individuele leerling
de aandacht te geven die hij nodig heeft is er al een boel veranderd. En toch,
blijkt na onderzoek van de overheid, vind 51% van de jongeren het huidige
onderwijs niet meer van deze tijd. Vaak omdat technologie en het internet een
steeds grotere rol zijn gaan spelen.
#onderwijs2032
Er is dus al veel veranderd en deze veranderingen gaan
door, als het aan de overheid ligt.
Want
in 2014 heeft veel onderzoek geleid tot de start van de campagne #onderwijs2032
waarbij iedereen die dat wil tot eind 2016 mag meedenken over hoe het onderwijs
er in 2032 uit moet zien. Er wordt
veel aandacht gegeven aan deze ontwikkeling en er zijn dus (blijkbaar?) al een
aantal gerichte stappen gezet in de verandering van het onderwijs. Zoals ze
onderandere laten zien in een interactief filmpje wat uitleg geeft over de tot
standkoming vna dit #onderwijs 32.
Maar wat gaat er allemaal veranderen de komende jaren en hoe ziet dat er voor
mij uit, als biologiedocente?
Dit klinkt al heel anders, iets minder extreem
misschien, dan waar Maurice de Hond steeds over schrijft. Onderwijs voor de 21e
eeuw is dus niet alleen ‘meer technologie, minder docent’. Het onderwijs in de
toekomst moet ook juist in het teken staan van de individuele leerling. Iets
wat natuurlijk een heel goede ontwikkeling is.
Hoe Jelmer Evers op dit moment al les geeft
zou een mooie manier kunnen zijn voor leerlingen om zich individueel te
ontwikkelen. Leerlingen die makkelijk door alle lesstof heen vliegen kunnen op
deze manier wat extra uitdaging krijgen (en hoeveel makkelijker kan dit met
behulp van technologie en internet!) maar ook leerlingen die iets meer hulp
nodig hebben kunnen deze aandacht zo dus ook nog krijgen. Doordat leerlingen
zelfstandiger bezig kunnen door de flipped-classroom bijvoorbeeld, met uitleg
op internet en een docent die daardoor tijd overhoud, kunnen andere leerlingen
wat extra aandacht krijgen. Een ontwikkeling die in mijn ogen toch weinig echte
tegenstanders kan hebben.
Volgens de overheid is dit onderwijs opgedeeld
in drie onderdelen: kennisontwikkeling, maatschappelijke vorming en
persoonsvorming, onderverdeeld in de verschillende domeinen zoals op de
afbeelding te zien is.
Hoe zie ik de toekomst dan voor me? Door mijn stage ben ik er al wel achter; waar ik over praat als 'toekomst' is eigenlijk al bezig. Vergeleken met mijn jaren in het voortgezet onderwijs is er al zo veel veranderd. Smartboards, filmpjes, internet; leerlingen kunnen zich er tegenwoordig beter in vinden dan de meeste docenten. Wat ik hoop voor over 1.5 jaar is dat technologie een belangrijke rol kan spelen in
de ondersteuning van de leerlingen, docenten en ouders. Niet alleen kan de
vooruitgang van een leerling door technologie makkelijkere gevolgd worden door
docent en ouders, maar ook het aanbieden van lessen kan beter afgestemd worden
op individuele leerlingen. Wat zou het gaaf zijn als leerlingen bijvoorbeeld de
botten in het lichaam moeten leren en iedereen dat op internet op zijn eigen
manier kan doen. Mieke houd van paarden, en kan op internet een 3D afbeelding
gebruiken van een ruiter op een paard, Wouter houd van voetbal en bekijkt
daarom de botten van een voetballer. Een stuk leuker dan dat saaie model dat in
het boek staat kan ik me zo voorstellen!
En die digitale leeromgeving is er al voor een
groot deel. Studiewijzers, oefeningen extra stof hebben leerlingen met hun
smartphone tegenwoordig zo bij de hand.
Mijn stage coach
maakt op dit moment het RTTI (reproductie, toepassing 1, toepassing 2, inzicht)
model per leerling met de hand in een Excel bestandje. Hiermee kan hij bekijken
hoe leerlingen tijdens de toets hebben gescoord op de verschillende vragen die
er waren. Hoe makkelijk zou het zijn als leerlingen zo’n testje op internet
kunnen maken na hun oefeningen. Dit zou de docent een hoop werk schelen, maar
ook de leerlingen hebben in een keer een beeld van de onderdelen waar ze zich
nog op kunnen verbeteren voor de toets. Een goede ondersteuning van het
onderwijs lijkt mij.
Een flipped-classroom leek me eerst niet zo
heel nuttig, waarom zou de manier van lesgeven in een keer helemaal omgegooid moeten worden? Maar
op internet kwam ik leuke dingen tegen die wel een beetje die kant op gaan maar óók nog gewoon docenten voor de klas hebben, zoals het verhaal dat Jelmer Evers verteld. En ook
de technologische ontwikkelingen die ik net heb beschreven zouden daar
natuurlijk mooi bij passen. Leerlingen komen op school om vragen te kunnen
stellen over wat ze niet snappen en kunnen hier overleggen. Als huiswerk
krijgen ze een filmpje mee van de docent met wat uitleg en het huiswerk dat ze
op internet kunnen maken. Snappen ze dit niet allemaal, dan kunnen ze daar de
volgende keer op school vragen over stellen. Omdat de docent de informatie uit
het filmpje niet allemaal klassikaal hoeft uit te leggen houd deze immers tijd
genoeg over om leerlingen te helpen die dit nodig hebben.
Technologie in de klas, al lang niet meer de discussie 'ja of nee', maar meer 'hoe'.
Technolgie is, en wordt in de toekomst zeker, een goed hulpmiddel om lessen interessanter en individueler te maken voor leerlingen. Maar we moeten het niet gaan zien als doel. Ook in de toekomst moeten leerlingen de ruimte blijven krijgen om zelf te kiezen wat ze willen, zonder in een bepaalde 'wenselijke richting' gedrukt te worden door het systeem. Dan maar een opleiding waar je in de maatschappij minder aan lijkt te hebben, als je er maar van kunt genieten; dat is veel belangrijker!
En dan nu even vanuit het diepste van mijn (ouderwetse?) hart;
Hopelijk kunnen we als biologiedocenten in de toekomst nog gewoon lekker:
De klas nog lekker mee naar buiten nemen om bladeren te verzamelen of experimentjes uit te voeren.
Voor de klas staan om zelf dingen uit te leggen. Omdat niets mooier is dan iemand die vol passie over zijn vak kan vertellen en kan reageren op vragen van leerlingen op het zelfde moment.
Doorgaan met dieren of organen ontleden omdat niets zo goed is als het zien van structuren in het echt. Het te kunnen voelen, ruiken, bekijken in het geheel.
Gewoon lesboeken blijven gebruiken, omdat niets lekkerder leest dan een papierenboek waar je lekker in kunt bladeren en terugzoeken.
In combinatie met (steeds een klein beetje meer) technologie natuurlijk!
Laten we hopen dat er nog lang boeken en aantekeningen op papier mogen blijven bestaan en dat bloggen geen verplicht schoolvak gaat worden. Uren besteed aan m'n blog, druk op publiceren; wég blog. langlevedetechnologie!
Opdracht twee voor Ontwerpen is gelukt, :) en ik ben er trots op! Samen met Lise (https://communicatievoordummies.wordpress.com/) heb ik geprobeerd om naar aanleiding van de feedback een poster te maken die in een oog opslag de aandacht trekt en de mensen aan het denken zet. Onder de poster kun je lezen hoeveel veranderingen er zijn geweest tussen de poster die we eerst bedacht hadden en het uiteindelijke resultaat hieronder.
De opdracht was om met een exhibit van Science Linx 1) een poster te ontwerpen om VWO studenten warm te maken voor een Beta opleiding of 2) het ontwerpen van een poster met het thema 'onderweg naar morgen'. Wij kozen voor de tweede opdracht, en als het goed is spreekt hij verder voor zich!
Overwegingen en keuzes bij de poster:
Bioglobes; schaalmodel voor evenwicht op aarde.
Gemaakt door Lise en Anneriek
Voor opdracht #1 had Anneriek een poster opzet gemaakt over Bioglobes, deze bevatte te veel tekst voor de opdracht dus tijdens het college zijn we begonnen met een posteropzet die voor een groot deel plaatjes bevatte en ook tekst om deze verder uit te leggen en de ‘lezer’ iets te leren over de poster.
Links onderin staat een bioglobe, in de diagonaal omhoog wordt deze ontleed in de verschillende onderdelen met hun naam en door pijlen weergegeven de invloed die ze op elkaar hebben. Links boven in komt de informatie ‘wat is een bioglobe’ en ‘hoe werkt een bioglobe’, hierbij wordt het belang van een evenwicht benadrukt. Rechts onder in wordt dit geprojecteerd op de wereld, die ook een biosfeer is, en in het kader van ‘onderweg naar morgen’ dat er iets moet veranderen om dit evenwicht te bewaren op aarde.
Gaandeweg kwamen we er achter dat ook deze teveel tekst zou bevatten en dat het doel van de poster niet is om iemand iets te leren, maar om de aandacht te trekken en mensen aan het denken te zetten. Op de poster van Lise was er een onderdeel wat in het midden zou komen te staan. Dit leek ons een goed uitgangspunt om toe te voegen en daarom bedachten we de volgende opzet:
Links de bioglobe (met een evenwichtige, lichte kant en een donkere, uit evenwicht zijnde kant), rechts de wereldbol met dezelfde licht/donkerscheiding. In het midden de vraag ‘welke kant kies jij’. In de tekst boven de afbeeldingen in één zin weergegeven waar ze op slaan.
Ook deze opzet zou teveel tekst bevatten en dat zou niet passen bij het doel van de opdrachtgever, dus maakten we ook een opzet zonder tekst:
Net als de vorige afbeelding, maar nu zonder tekstOok nu waren we nog niet blij met de opzet omdat we bang waren dat deze niet in een oogopslag duidelijk maakte wat we wouden laten zien, namelijk: dat de wereld uit evenwicht begint te raken en dat we onderweg naar morgen andere keuzes moeten gaan maken om de ecosfeer ‘aarde’ weer zo veel mogelijk in evenwicht te brengen.
Om dit probleem om te lossen bedachten we dat de afbeelding in het midden moest staan en hebben we nog gedacht aan het maken van een bol die half wereldbol, half bioglobe zou zijn, maar omdat we deze ook nog weer in tweeen wouden delen om een evenwicht – niet evenwicht te laten zien zou dit het er niet heel veel duidelijker op maken. Daarom besloten we de bioglobe, iets kleiner, vóór de wereld te plaatsen omdat dit een schaalmodel is voor de wereld.
Op de achtergrond de aarde, daarvoor de bioglobe. Links het evenwicht, rechts uit evenwicht. Aan beide kanten een selectievakje waarmee de kijker als het ware een kant kan selecteren met zijn cursor, alsof het op de computer gedaan kan worden.Dit idee besloten we verder uit te werken.
Om ons doel te bereiken vonden we dat het evenwicht – niet evenwicht duidelijker moest worden laten zien, dus dat er ook afbeeldingen op de wereldbol werden geplaatst. In de Bioglobe komen afbeeldingen van de garnalen, algen en bacterien, op de wereld, gebouwen, dieren en mensen. Op internet vonden we een afbeelding die we als voorbeeld gaan gebruiken voor de afbeeldingen die we zelf gaan maken.
De titel besloten we te voorzien van de hoofdboodschap : Bioglobes, schaalmodel voor duurzaamheid op aarde. Onder de poster de vraag: welke kant kies jij? Met de selectievakjes en de cursor. Omdat hier alsnog het begrip ‘evenwicht’ niet meteen duidelijk aanwezig is besloten we om de titel te veranderen in: Bioglobes, schaalmodel voor evenwicht op aarde Een eerste versie van de uitwerking van onze opzet in Photshop ziet er zo uit. Met de hand getekende afbeeldingen zijn geplakt op de wereldbol en in de bioglobe. De kleuren aan de linkerkant, bij het evenwicht zijn mooi en fel, aan de andere kant grijs.
Aan de hand van dit voorbeeld hebben we besloten de linkerkant iets minder grijs te maken, en om de vraag: welke kant kies jij? op een wipwap te plaatsen.
Door de cursor bij het vakje te plaatsen aan de kant waar het evenwicht heerst willen we mensen aan het denken zetten.
Door dat het vakje nog niet aan te vinken, maar de cursor op het punt staat om te gaan klikken willen we laten zien dat er een keuze te maken is: gaan we door zoals we al gaan (met vliegtuigen, rokende gebouwen, dode dieren en sippe mensen) of kiezen we voor het evenwicht (met natuur, blije mensen, geen massale gebouwen en levende dieren)?
Omdat de vraag die onder de poster komt op een lijn staat (de wipwap) besloten we de term die hier veel mee te maken heeft, namelijk evenwicht, ook te onderstrepen in de titel.
Voor de tekst van de titel en de vraag wouden we graag een strak lettertype en hebben we er een aantal geprobeerd:We hebben gekozen voor een combinatie van twee lettertypes om het geheel zo niet te strak te maken. Hiervoor hebben we een lettertype gebruikt dat meer vorm bevatte (Bernard mt condensed) om de belangrijke woorden meer naar voren te laten komen, en de rest van de tekst is in een strakker lettertype geschreven (Aharoni).
De woorden die benadrukt moeten worden hebben we daarnaast ook in hoofdletters getypt, de rest in kleine letters. De vraag ‘welke kant kies jij?’ hebben we bewust cursief weergegeven omdat deze tekst ook scheef op de wipwap staat. De tekst helt als het ware mee met de wipwap naar rechts.
Het bedenken van de poster opzet hebben we samen gedaan. Lise heeft de wereldbol en de globe naar aanleiding van deze opzet gemaakt in Photoshop, Anneriek heeft de afbeeldingen de er op geplaatst zijn getekend en de lettertypes uitgezocht. Tijdens deze rolverdeling is er over en weer veel overleg geweest. Qua tijd hebben we ons hier redelijk goed aan gehouden. We zijn best tevreden met ons resultaat en met het verloop van de samenwerking.
Hier het ontwerp voor een poster over de opstelling waar ik een powervideo bij heb gemaakt; de Bio Globes. Een poster die meer uitleg moet geven over wat bioglobes zijn, hoe het werkt en wat we er mee kunnen.
Hier nog iets wat ik de moeite waard vind om te laten zien met betrekking tot ontwerpen: Afgelopen dinsdag heb ik een introductie presentatie gegeven voor mijn masterproject aan kiekendieven (roofvogels) en hun gedrag tijdens de trek. Hieronder een linkje naar de powerpoint, mocht iemand geïnteresseerd zijn in de tekst er bij: let me know!
En daar is ie dan, de eerste opdracht! het
maken van een korte video over een van de opstellingen in de Bernoulliborg. Ik
heb gekozen voor de Bioglobes, die grote glazen bollen met garnaaltjes erin en
besloten hier een korte uitleg over te geven omdat ik de uitleg om het
informatiebordje een beetje vond tegen vallen. (En omdat dit de enige
ecologie-gerelateerde opstelling lijkt te zijn)
Het maken
van de video heb ik gedaan met Screencast-o-matic & powerpoint. Ik heb de PowerPointpresentatie
gemaakt en op een spiekbrief'je' alle tekst gezet die ik in het filmpje wou
zeggen. Om het aantrekkelijker te maken heb ik niet alleen een PowerPoint laten
afspelen maar het ook zelf voorzien van tekst. Op twee plaatsen in het filmpje
spreek ik 'de kijker' iets persoonlijker aan en heb besloten daarom op die
momenten ook zelf in beeld te zijn. Al met al ben ik best tevreden over het
filmpje!
Maar het
viel nog niet mee hoor! het bedenken wát ik wil vertellen was zo klaar, maar
werken met een laptop en een opnameprogramma wat ik niet ken vielen toch iets
tegen. Deed, toen ik een paar dagen geleden even aan het testen was of alles
werkt, de microfoon het gewoon, vanmorgen had ie besloten er mee op te houden.
De radicale oplossing (laptop uitzetten en het gewoon helemaal opnieuw
proberen) heeft gelukkig geholpen :)
Alleen
wat is het toch een verschrikking om je eigen stem terug te horen... brr,
volgens mij gaat dat nooit wennen. Ohja, en die vogelgeluiden die er misschien
op de achtergrond te horen zijn komen van mijn twee huisgenootjes: een
Agapornis en een Valkparkiet, die blijkbaar ook een mening hebben over kleine
ecosystemen in een afgesloten omgeving.
vrijdag 5 februari 2016
Mijn blog, speciaal voor het vak Ontwerpen voor WEC; Ontwerpen voor Wetenschaps Educatie en Communicatie.
Kort samengevat tot aan mijn RuG-carrière ben ik: geboren in 1989, naar school geweest in Westerbork en later in Emmen, gek op buiten zijn, paardrijden, saxofoon spelen, mijn vrijwilligerswerk bij een schaapskudden en een manege voor gehandicapten, stamppot rauwe andijvie en de kleuren blauw en grijs.
Na mijn bachelor Ecologie en Evolutie & Mariene biologie, die ik in 2009 ben begonnen en in 2013 heb afgerond, ben ik begonnen aan de master Ecology and Evolution. Dit voldeed helaas niet aan de hoog gestelde verwachtingen en ik begon me steeds meer af te vragen óf ik wel echt het onderzoek in zou willen. Tijdens het tweede jaar van deze master kwam ik er achter dat er nog meer was dan alleen onderzoek doen, een PHD plek zoeken en professor worden. Ik zou willen dat ik eerder had gehoord van deze master, die voluit de master Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen heet. Na twee jaar een (onafgeronde) onderzoeksmaster te hebben gevolgd ben ik dus begin dit jaar overgestapt naar de Educatie en Communicatie.
Op dit moment heb ik het vak Vaardigheden en Wetenschap in Beeld al gevolgd en ben ik erachter dat ik zowel de communicatie kant (het schrijven voor tijdschriften, werken voor een radioprogramma, het ontwerpen van een filmpje) als de educatie kant (het échte lesgeven) heel leuk vind. Ik heb besloten met de Communicatie master bezig te gaan, uitgebreid met een aantal Communicatie vakken, gewoon omdat het kan.
En daarbij hoorde het vak Ontwerpen dus ook, als verplicht vak nog wel. Iets waar ik in eerste instantie bij het begin van deze master nou niet meteen warm voor liep. In mijn ogen was een ontwerper iemand die computerspelletjes bedenkt, hele modellen ontwikkelt om de vliegsnelheid van kolibries na te bootsen of meer van die enge, nietszeggende en vooral erg computer-gebonden activiteiten. Viel dat even mee zeg!
Voor het eerste college is ons gevraagd om iets op te zoeken wat je zelf hebt ontworpen en waar je super trots op bent. Door de vakken WiB en Vaardigheden heb ik een beetje ervaring met het ontwerpen van een filmpje, exhibits etc. maar het meest trots ben ik op een project uit mijn Bachelor.
In 2011 ben ik voor mijn Bachelor onderzoek naar IJsland geweest om het gedrag van drieteenstrandlopers (vogels ;) ) te bestuderen tijdens hun stop-over periode voor het vertrek naar hun broedgebied. Hier hebben we leuke resultaten gevonden en mocht ik er zelfs een poster over maken om tijdens een conferentie in Schotland te presenteren. Super blij was ik dáár alleen al mee, maar op het eind resultaat (wat ook nog beoordeeld was als 'beste poster') ben ik stiekem wel trots!
En zo zag ie er uit! :)
De eerste echte opdracht die de eerst volgende keer (donderdag voor 16:00!) op deze blog zal verschijnen is een filmpje (heeeeeelp, lekker makkelijk om mee te beginnen, maarnietheus!)
Dit filmpje gaat over een van de opstellingen die in de hal van de Bernoulliborg te vinden zijn en daarin zal ik proberen jullie iets te leren óver deze opstelling.
Links onderin staat een bioglobe, in de diagonaal omhoog wordt deze ontleed in de verschillende onderdelen met hun naam en door pijlen weergegeven de invloed die ze op elkaar hebben. Links boven in komt de informatie ‘wat is een bioglobe’ en ‘hoe werkt een bioglobe’, hierbij wordt het belang van een evenwicht benadrukt. Rechts onder in wordt dit geprojecteerd op de wereld, die ook een biosfeer is, en in het kader van ‘onderweg naar morgen’ dat er iets moet veranderen om dit evenwicht te bewaren op aarde.
Links de bioglobe (met een evenwichtige, lichte kant en een donkere, uit evenwicht zijnde kant), rechts de wereldbol met dezelfde licht/donkerscheiding. In het midden de vraag ‘welke kant kies jij’. In de tekst boven de afbeeldingen in één zin weergegeven waar ze op slaan.
Net als de vorige afbeelding, maar nu zonder tekstOok nu waren we nog niet blij met de opzet omdat we bang waren dat deze niet in een oogopslag duidelijk maakte wat we wouden laten zien, namelijk: dat de wereld uit evenwicht begint te raken en dat we onderweg naar morgen andere keuzes moeten gaan maken om de ecosfeer ‘aarde’ weer zo veel mogelijk in evenwicht te brengen.
